Balkster kaatsvereniging Cannegieter in de ban van specht. ‘Het is een heel schuw beestje’

De gesloopte muur en een specht (niet de 'sloopspecht' in kwestie). Foto: Kaatsvereniging De Cannegieter/Pixabay
Het clubgebouw van kaatsvereniging Cannegieter is nog geen twee jaar oud. Dat de vogel het pand nu al flink beschadigd heeft, is een domper. „Na de eerste winter zagen we al wat lichte beschadigingen aan de buitenkant. De verf was aangetast en er was ook een gat zichtbaar. Dit konden we nog dichtstippen. Het viel niet echt op.” Anema dacht direct het werk van een specht te zien. Deze winter werd dat beeld bevestigd. „De schade wordt steeds erger. De specht komt regelmatig terug en hakt telkens nieuwe gaten.”
Hoe het komt dat het clubgebouw geliefd wordt door de specht, weet de voorzitter niet. „Ik ben geen kenner, maar ik hoor wel wisselende verhalen. De steigerhoutenplanken zijn op de metalen buitenwand van de constructie geschroefd. Wanneer de vogel op de planken tikt, hoort hij een klank die gelijkenissen vertoont met de klank van rottend hout. Daar zal het iets mee te maken hebben.” Anema heeft de vogel nog nooit op heterdaad betrapt. „Wij zien de specht zelf nooit. Het is een heel schuw beestje. Als er ook maar iets of iemand bij het gebouw in de buurt is, is hij weg.”
‘Een hol geluid’
Jan de Jong doet al jaren vogelonderzoek in de Fryske Marren. Hij stelt dat het gedrag van de specht op twee manieren verklaard kan worden. „De specht zit tegen het houten gebouw aan en maakt daar gaten in. Dat doet de vogel met een reden. Als hij met zijn snavel tegen dit hout klopt, hoort hij een hol geluid. Die klank laat hem denken dat er voedsel verscholen zit achter de planken. Om het te pakken te krijgen, hakt hij een gat.” En als na al het tikwerk blijkt dat er geen eten achter het hout verscholen zit? „Dan gaat de specht naar een nieuwe plek. Zodra hij hier weer eenzelfde soort geluid oppikt, zal hij ook hier een gat proberen te maken.”
Toch is het vinden van voedsel volgens De Jong niet de enige reden voor de specht om gaten te maken in het hout. „We staan aan het begin van het broedseizoen. De mannetjes roffelen en hakken dan ook omdat dit geluid effect heeft op hun broedterritorium.” Het geluid dat ontstaat wanneer de specht op de planken van het clubgebouw tikt, maakt dat de vogel alsmaar terugkomt. „Ik zou proberen aan de binnenkant van het gebouw een opvulling aan te brengen waarmee het geluid van het hakken wordt tegengegaan. Iets met eenzelfde functie aanbrengen op de buitenkant van het gebouw kan ook.” De onderzoeker verklaart dat het op die manier niet meer aantrekkelijk is voor de specht om gaten in het gebouw te maken. Ook zou het hakken tegengegaan kunnen worden door de vogels bang te maken. „Door roofvogels op het gebouw te plakken of te schilderen, schrik je de spechten af.”
Kaatsseizoen
Kaatsvereniging Cannegieter heeft al verscheidene pogingen gedaan om de vogel uit de buurt van het clubgebouw te krijgen. „We hebben neppe spechten op het gebouw gehangen om de specht af te schrikken. Dit heeft tot op heden nog niets opgeleverd”, verklaart Anema. De voorzitter wil de schade aan het gebouw nog voor het kaatsseizoen herstellen. „We moeten een aantal planken vervangen. Andere delen kunnen we plamuren en verven. Ik denk dat we zo’n drie à vierhonderd euro kwijt zijn aan de reparatie.”
Dankzij de media-aandacht die de kaatsvereniging landelijk krijgt, stromen de tips binnen. „De mailbox stroomt vol en ook op Facebook worden berichten geplaatst. De tips die we krijgen, variëren. Het gaat van groene zeep tot het ophangen van gaas en dvd’s en van het afspelen van geluiden tot het plaatsen van neppe roofvogels. We gaan alle tips bundelen om te kijken wat uitvoerbaar is. Zo hopen we tot een reële oplossing te komen”, legt Anema uit. Al denkt de vereniging daar nog wel even tijd voor te hebben. „In de zomermaanden is er meer bedrijvigheid op het terrein, ik acht de kans groot dat we de specht tijdens deze periode niet zullen zien”, vertelt de voorzitter. „Al hoop ik natuurlijk dat hij ook na het seizoen uitblijft en een ander plekje vindt om te tikken.”