Jarige Fred Veenstra wil met alle Friese gemeenten samenwerken en bestuurt het liefst als burgemeester

Burgemeester Fred Veenstra FOTO: Arnoud van de Ridder
De werkkamer van de burgervader straalt rust en eenvoud uit. Een modern bureau met achter hem een Friese staartklok en een oude kast waar het servies staat. De burgervader schenkt zelf de koffie in en wacht de eerste vraag af. “Groninger of Fries? Nou dat is een direct een pittige”, glimlacht hij en denkt even na. “Ik ben geboren in het Groningse Ten Boer en heb daar vier jaar gewoond. In mijn dagelijkse doen en laten ben ik Fries, maar in familieverband praten we Gronings en daar liggen mijn roots. Mijn vader is een Fries en mijn moeder kwam uit Groningen. Al vroeg verhuisden wij naar Buitenpost. Daar werkte mijn vader als melkboer en later in Surhuisterveen bij het ziekenfonds. Na de lagere school heb ik Gymnasium-alpha gedaan met zes talen en geschiedenis in het eindpakket. De intentie om burgemeester te worden was er niet. Ik twijfelde lang tussen theologie, de politie-academie en rechten. Ik koos voor de rechtenstudie met het idee om officier van justitie te worden. Door de colleges van onder andere de Gaasterlander Alfons Dolle koos ik al snel voor staats- en bestuursrecht als onderdeel van de studie rechten. Met dat vak kan je vooral op lokaal niveau veel voor mensen betekenen”, geeft Veenstra aan.
Zichtbaarheid
In Groningen studeerde Veenstra rechten en na omzwervingen als gemeenteraadslid in Enschede, wethouder in Smallingerland, burgemeester in Franekeradeel koos de vertrouwenscommissie van De Fryske Marren hem in 2015 als burgemeester van de fusiegemeente. Men wilde een zichtbare burgervader. “Zichtbaarheid is een onderdeel van deze baan. Je bent burgemeester en als er iets belangrijks is dan moet je er zijn. Zoals met de boerenprotesten deze zomer. Of bij calamiteiten als er leed is. Je deelt dat leed en je laat je zien. En als het nodig is, is er ook nog een schouder beschikbaar”, aldus Veenstra. Hij noemt een voorbeeld van een gezin dat bij een brand alles kwijt was waarbij hij via de woningbouwvereniging en een kringloop een huis en huisraad regelde.
Toekomstvisie
De vertrouwenscommissie wilde ook iemand die de gemeente op de kaart kon zetten. “Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan met de Toekomstvisie die onlangs is vastgesteld. Je wilt de organisatie op orde hebben en richting geven waar we als gemeente naar toe willen. Met de inbreng van veel mensen is een visie gemaakt dat de gemeente helpt om de focus te leggen op de lange termijn”, aldus Veenstra. De website van DFM gaat uitgebreid in op die visie. “Tal van beslissingen die nu worden genomen, hebben gevolgen voor de lange termijn. Woonwijken, natuurgebieden of industrieparken die nu worden gerealiseerd, zijn er waarschijnlijk over honderd jaar nog steeds. In de toekomstvisie geven we hier invulling aan, samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties uit De Fryske Marren”, staat vermeld.
Zichtbaar in de provincie is Fred Veenstra ook, omdat hij voorzitter is van de 18 gemeenten in de Verenging Friese Gemeenten VFG. “Op mijn verjaardag habben we overleg met de provincie en is samenwerking het belangrijkste bespreekpunt tussen de provincie, wetterskip en gemeenten. We moeten als overheden nog meer samenwerken. Het maakt de burger niets uit wie het doet als het probleem of het onderwerp waarmee de burger zit maar wordt opgelost. We zijn in Nederland heel goed om de bal naar elkaar toe te spelen, maar onderwerpen als water, klimaat, wonen en arbeid houden niet op bij de grens. En samenwerken kan op vele terreinen. Waarom gebruiken we niet in alle gemeenten dezelfde Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dat scheelt veel werk. We werken als VFG nu aan een document waar dit soort onderwerpen worden beschreven en begin november bespreken wij het document met de provincie. Dat wordt een mooie dag met een kers op de (verjaardags)taart”, besluit Veenstra dit onderwerp.
Onderwijs en organist
Veenstra was voordat hij wethouder werd nauw betrokken bij het Friese onderwijs, maar voor de klas staan ligt hem niet. “In mijn studietijd waren er goede docenten die boeiend vertelden, maar ik ben meer betrokken bij de randvoorwaarden en omstandigheden rond het onderwijs. Denk aan fusies van scholen, facilitaire ondersteuning en bemiddeling bij conflicten. Ik was wethouder en later burgemeester en koos ervoor om nevenfuncties te hebben in het onderwijs. Ook om mijn vakkennis op peil te houden, maar later vooral omdat ik onderwijs belangrijk vind. De toekomst van onze kinderen is afhankelijk van goed onderwijs”, legt Veenstra uit.
De CDA-er Veenstra heeft een grote liefde voor het kerkorgel. “Je weet hoe dat gaat. Op de lagere school kreeg je een blokfluit en daarna moest je een ‘echt’ instrument kiezen. Mijn moeder vond het een goed idee dat ik orgelles zou krijgen. Dus kwam er eerst een harmonium en later een groot elektronisch orgel in huis. In 1979 begeleide ik voor het eerst een kerkdienst in Surhuisterveen. Prachtig zo’n orgel met die grote pijpen en nog steeds speel ik op een orgel in een kerkdienst”, aldus Veenstra.
Toekomst
Over zijn toekomst als bestuurder is de burgemeester duidelijk. “Een functie in de landelijke politiek als minister is aan mij niet besteed. Den Haag is veel te abstract. Wel ben ik een jaar of 30 geleden in beeld geweest om voor het CDA lid te worden van de Tweede Kamer, maar andere kandidaten bleken meer geschikt voor de landelijke politiek. Ik ben liever met de lokale politiek bezig. Ik zit hier goed in de gemeente en er is genoeg te doen. Ik weet nog niet of ik doorga als burgemeester in een derde termijn. Een burgemeester gaat pas op zijn 70ste met pensioen”, aldus de burgervader.