Pieter Haringsma: ”In zo’n pak kun je toch wat meer zeggen”

Pieter Haringsma maakt een laatste ronde door Sloten als stadsomroeper.

Pieter Haringsma maakt een laatste ronde door Sloten als stadsomroeper. Foto: Meintje Haringsma

Stadsomroeper van Sloten Pieter Haringsma is er na 40 jaar mee gestopt. Het lijf wilde niet meer. Maar zonder opvolger was hij nog wel doorgegaan

„Alles voor “syn stedsje”, zo laat hij weten. In het interview voorafgaande aan zijn afscheid valt de naam Hans Wiegel vaak. Hij had er bijzondere ontmoetingen mee. Dronk een glas met de beste commissaris van de Koningin van Friesland ooit zoals hij zelf zegt. En laat nu juist diezelfde Wiegel vrijdag stiekem zijn uitgenodigd! De verrassing was dan ook groot.

Daam op ‘ e maag

Haringsma doet vrijdag nog een interview, zittend op een steen naast de fontein in Sloten. Hij vertelt voor de zoveelste keer zijn verhaal. Dan staat hij op, pakt zijn ratel en dirigeert mensen met de mooiste historische bolides naar de plek waar ze heen moeten. „Ik ha no wol in daam op de maag,” zegt hij dan. Thuis was dat nog niet zo. Toen dacht hij dat hij wel rustig zou blijven onder zijn naderende afscheid. Dat blijkt in de praktijk toch tegen te vallen.


Pieter werkte altijd als schilder en werd in 1981 havenmeester. Later werkte hij bij DE in de thee. Zijn functie als stadsomroeper deed hij er altijd bij. In 1983 werd hem de vraag gesteld of hij die functie wilde bekleden. In een setting waarin enige alcohol was gevloeid, dus daar had hij zomaar ja gezegd. En het was pas over 2 jaar, dat leek nog een eeuwigheid te duren. Tot de jeugd van de school in 1982 kampioen dammen werd en werd geopperd dat hij nu wel even mooi kon oefenen. Alleen had hij toen nog geen pak. In 1983 werd het serieus: Een zwart jaar, want Sloten werd onderdeel van een gemeentelijke herindeling. Het moest bij Gaasterlân en wilde dat helemaal niet, het wilde zelfstandig blijven. Dan maar een jaar vol festiviteiten bedachten ze en organiseerden als zelfstandig gemeente Sleat nog van alles. In juni werd dat bijzondere jaar geopend. Hij deed dat samen met Hans Wiegel.

Beerenburgje met Wiegel

Voor de gelegenheid lag het Statenjacht in Sloten. Pieter liep er langs en zei gekscherend: ”Als Wiegel komt, wil ik eerst wel een beerenburgje met hem drinken!” Hij hoorde opeens een stem achter zich zeggen: Nou Haringsma, zullen we die borrel dan direct maar nemen?” En zo geschiedde. Het geld dat de gemeente nog in de pot had, werd in dat zwarte jaar opgemaakt. Sterker nog er was op het einde een tekort van 6000 gulden.


Toen Sleat bij Gaasterlân-Sleat kwam werd hem gevraagd of hij toch omropper wilde blijven. Dat wilde hij wel. Hij kreeg een pak van een soort gordijnstof. Die was zo warm en gaf zo af dat hij er altijd rood onder vandaan kwam. „Myn frou sei altyd doch dat bûten mar út.” Er kwam een nieuw pak en bij alles wat er gebeurde in Sleat deed Pieter een woordje. Ook ging hij stadswandelingen doen. Niet van die droge met alleen maar feiten, want daar is hij niet goed in. Nee vooral met een grapje en wat bijzondere wetenswaardigheden. „Ik wist doe noch net safolle fan Sleat. Ik ha doe wat dingen opsocht.” Die wandelingen vond hij wel een van de mooiste dingen trouwens. En toen in 1983 ook nog een heuse schutterij werd opgericht, was hij helemaal blij. Het afschieten van het kanon trok altijd wel veel mensen, maar niemand wist eigenlijk hoe het werkte.


Pieter gaf aan dat er uitleg over gegeven moest worden. „Dat kinst do moai dwaan dan”, zeiden ze. En ook dat geschiedde. Dat de schutterij de laatste jaren weer een bloeiende schutterij heeft met veel jonge jongens doet hem deugd. Ze zijn verkleed, het is echt een feest en de schutterij is bijna overal bij.

Rap van de tong

In die 40 jaar heeft de stadsomroeper flink wat bekendheden ontmoet. Hij vroeg hen ook altijd het kanon af te schieten. Maar de mensen wilden niet altijd in de belangstelling zijn. Daar had hij wel een oplossing voor. Toen Jan Blazer het deed, zei hij: „Nou Jan, blaas maar af.” En soms was hij misschien ook wel eens te rap van tong. Toen de VVD meedeed met een zeilwedstrijd zei hij tegen Erica Terpstra dat zij vast niet hadden gewonnen. „Ik kan me niet voorstellen dat jullie met zo’n zwaar beladen skûtsje vooraan lagen.” Terpstra lachte om zijn eerlijkheid en gaf hem een dikke knuffel. „In zo’n pak kun je toch wat meer zeggen, maar het was nooit mijn bedoeling om iemand te kwetsen.”

Pieter werd benaderd voor veel meer dingen. Zo wilden ze hem in 1986 voor het Flaeijelfeest in Oudehorne. Of hij voor de optocht uit wilde. Het bleek een van de hoogtepunten in zijn carrière. „Allegear dst âlderwetse spul.” En met duizenden mensen langs de kant. Na de 5 kilometer die de tocht lang was, was het trouwens ook wel genoeg lacht hij. Hij was 43 toen hij er mee begon en afgelopen jaar deed hij zijn laatste, 78 jaar jong. De laatste 2 jaar gebeurde dat op de fiets.

Ziekte en ongemak

Na darmkanker en een pacemaker bleek dat zijn enkels helemaal kapot waren. Het lopen ging dus niet meer, alleen nog maar met speciale schoenen die alles bij elkaar houden.

De stadsomroeper deed ook mee aan veel andere evenementen. Zo werd hij op het stadsomroepersconcours in 1987 de eerste Nederlands kampioen. Hij won er 250 Viaanse daalders mee. Dat bleek te staan voor 375 Nederlandse guldens. „Dat ferstjinne ik doe yn in wike noch net iens. Ek krige ik noch 50 gûne foar de reiskosten. Ik tocht doe; as ik dit ellke wike in kear doch dan kin ik hjir wol fan libje.” Er zouden nog veel eretitels volgen, gezien de volle kast met prijsbekers in zijn speciale stadsomroeperskamer. Maar hij las ook proclamaties voor op Koninginnedag ten overstaan van toen nog koningin Beatrix en Prins Claus en stond oog in oog met de jonge prinsen Alexander en Maurits. „Dat makket my net út. Eltsenien is foar my gelyk.”

Als familie

In 1985 werd hij gevraagd voor de Elfsteden oldtimertocht. Hij moest bij het kanon afschieten en stempelde de kaarten van de mensen in de bijzondere bolides. Hij ziet ze als familie en kent ze bijna allemaal. Dat blijkt vrijdag ook wel als ze alvast Sleat binnenkomen. Er worden handen geschud, het is een feest van herkenning.

Op het moment van het interview weet hij dat alles die zaterdag stopt. Om 7 uur zal hij de ratel overhandigen aan de nieuwe stadsomroeper. Hij denkt dan nog dat het wel mee zal vallen: dat afscheid. Maar dat valt in de praktijk toch wel wat zwaarder dan gedacht. De gedachte dat er een goede opvolger is in de persoon van Wiebrand van der Land geeft hem rust. De notaris die nu 2,5 jaar in Sloten woont, is er geknipt voor. „Ik bin bliid dat er der ien fûn is om my op te folchjen. En it is better om te stopjen as je noch by it folle ferstân binne. Ik ha yn de ôfrûne 40 jier prachtige dingen belibbe en dit wurk mei in soad nocht dien. It wie promoasje foar Sleat. Dêr gie it my om.”



Beantwoorden

Doorsturen