Van landbouwpolder naar natuurpolder: vogelbeheerders over De Wolventinte in It Heidenskip

Fouke en Siebe

Fouke en Siebe Foto: Meintje Bojang

De wind is roetkoud, er ligt nog sneeuw, maar vogels vliegen af en aan. In het water eilanden die plek bieden aan heel veel nesten. De punt van een boerderij steekt eruit als een baken. Als ware daar een boerderij verzonken. In de kleine observatiehut van de Wolvetinte in It Heidenskip staan Fouke de Vries en Siebe Tjalma om uitleg te geven over wat zij van Fûgelûntwyk allemaal doen in het bijzondere natuurgebied nabij de Aent Lieuwespolder.

Als jongens zwommen ze vaak in het gebied en zwierven er rond. Voor beiden dus een gebied waar ze groot zijn geworden en dat hen aan het hart gaat.

Van landbouwpolder naar natuurpolder

Fouke is ook nog ambassadeur van het Nationaal landschap Zuidwest Fryslân en leidt mensen rond in het gebied. De ambassadeurs hebben allemaal een speciale cursus gevolgd bij het Bezoekerscentrum. Een select gezelschap zet zich in als ‘gids’. Deze ambassadeurs brengen hun enthousiasme voor het landschap graag op je over, ieder vanuit hun eigen interesse en met een eigen activiteit. Vanaf het informatieplateau vertelt Fouke graag over de (cultuur)geschiedenis van dit nieuwe natuurgebied, welke vogels hier allemaal voorkomen en het verhaal achter de mysterieuze naam van dit gebied. We lopen een stukje langs de polderdijk voor het Oerpoldergevoel’ – naar het boek De Oerpolder van Hylke Speerstra. En eindigden in het museum bij de imposante boerderij die laat zien wat er allemaal is gevonden aan historisch materiaal .

Een 5-koppige vogelbeheergroep beheert het bijzondere gebied De Wolvetinte. Siebe Tjalma, Fouke de Vries, Marten Groenhof, Hendrik Bolke en Ysbrand Galama. Fouke en Siebe vertellen vandaag over dit bijzondere gebied en over de vogelstand in het plas-drasgebied. Het gebied “De Wolvetinte” is van een landbouwpolder veranderd in een natuurpolder. Bij werkzaamheden van Wetterskip Fryslân rond de Aent Lieuwespolder is de kade verplaatst en de polderdijk opgehoogd. Het Friese Merenproject heeft deze parel van de natuur overgenomen en ontwikkeling als natuurgebied gestimuleerd. Een deel van het gebied is van Staatsbosbeheer, maar Fûgelûntwyk It Heidenskip heeft samen met alle betrokken partijen een beheerplan gemaakt om er voor te zorgen dat de Wolvetinte een goede plek werd en blijft voor allerlei vogelsoorten. Daarbij staat openheid voorop.

Winst

Door de inspanningen van de groep is het nu een heel goede broed -en fourageerplek voor zowel trek- als broedvogels. In de eerste jaren broedden er zeker 1500 paren. Nu is dat aantal wel lager, maar nog altijd is het een vruchtbare omgeving. Zo gebruiken kemphanen deze grond als rust- en baltsplaats en de kluut, de kievit, de kleine plevier en de scholekster broeden er onder andere. Deze soorten doen dat het liefst in een landschap met korte vegetatie dat verder open is. Watervogels profiteren van de talloze waterplekken. En er is een zwaluwwand gemaakt. “Die is nu wat te dicht begroeid,” vertelt Siebe. Daar gaan ze dus mee aan de slag. “De zwaluwen hebben veiligheid nodig voor hun kroost. Zodat ze predatoren zien aankomen. Als er begroeiing voor zit, komen ze niet.” Dus worden er bomen verwijderd en groen dat dit gevoel van veiligheid beperkt.

Het gebied scoort hoog op het aantal nesten: er worden meer vogels geboren dan er verdwijnen. En dat is winst. Het tweetal kijkt nog even terug. “In 2011 dachten we, hoe pakken we dit aan? Wat kunnen we hier van maken. We wisten dat er onder andere vossen en steenmarters in het gebied zaten en dat het peil te laag was om er plas-dras van te maken. En we eisten dat de Noorse woelmuis in het gebied zat. Maak maar een beheersplan was de opdracht van de provincie om het gebied geschikt te maken voor onder andere stellopers en watervogels. Ysbrand liep daar toen net stage en dus waren er korte lijntjes. Er kwam een goed plan. Met daarin ook peilverhogingen. Dat regelen we zelf van maart tot oktober.”

Maar toen kwam er ook nog een stuk cultuur om de hoek kijken. Van het land werd 30 tot 40 centimeter teelaarde tot op de veengrond afgegraven en in die bovenste laag van het veen werd de geschiedenis van het gebied namelijk zichtbaar. Zo was te zien hoe veengronden waren gekanaliseerd om ze geschikt te maken voor de landbouw. Omdat er in die tijd ook veen werd afgegraven voor de brandstof veranderde daardoor het landschap ook: het had bodemdaling tot gevolg en het water kreeg kans om zich te vertakken. Daarnaast kwamen de contouren van een boerderij bloot te liggen. Van de boerderij De Wolvetinte, maar ook die van een voorloper daarvan. En daarnaast kwamen allerlei gebruiksvoorwerpen naar boven als gebruiksaardewerk, schalen, glaswerk, keramiek en bijvoorbeeld pijpjes. De bekende amateurarcheoloog Auke Bult uit Molkwerum werd er bij gehaald. Hij zou “even” wat onderzoek doen, maar dat werd diepgaande onderzoek van vele maanden. In het bakkerswinkeltje is een museum ingericht met allerlei gebruikersvoorwerpen en het is verbazingwekkend om te zien wat daar allemaal ligt.

Juiste omstandigheden

Fouke en Siebe wisten wel dat er veel geschiedenis in de grond was achtergebleven: als jongens kwamen ze vaak scherven tegen bij het zwemmen. Ongetwijfeld afkomstig van boerderij De Wolvetinte die in 1825 werd verwoest door een zware storm die gepaard ging met onweer en hoog water. In het huidige water nog een baken dat herinnert aan de boerderij. De naam Wolvetinte wordt overigens op verschillende manieren uitgelegd, vertelt Fouke. De boerderij die stond van 1741 tot aan 1865 had een bijzondere ligging aan de Fluessen. Hij had een eigen insteekhaven, een vijver en een molen. “Sommigen zeggen dat de naam komt van de eigenaren de familie de Wolf. Maar volgens ons komt het omdat de vorm van de boerderij op de kop van een wolf leek.”

De groep van 5 zorgt dus het jaar rond voor de juiste omstandigheden voor de natuur. Wat niet onopgemerkt moet blijven is dat ze daar op 4 april 2015 wel heel veel hulp bij kregen. Zo’n 70 vrijwilligers uit het dorp kwam hen toen helpen om eilandjes voor met name de stern te bouwen midden in het natuurgebied. Met trekkers was de plek onbereikbaar, dus werden er pontons gelegd en werd met kruiwagens zo’n 250 m3 meter grond naar de plek gebracht waar de eilandjes werd gevormd. Een prachtige dag voor het hele dorp en de natuur, blikken Fouke en Siebe terug.

Voor het beheer van het gebied ontvingen de vogelbeschermer van Fûgelûntwyk overigens in 2013 ook nog eens de Sulveren Skries. Dit is een onderscheiding voor het beste initiatief op het gebied van agrarisch natuur-, en landschapsbeheer.

In een boekje in de uitkijkhut ligt een boekje met daarin de bevindingen van mensen die een wandeling hebben gemaakt door het gebied. Zo schrijft een bezoeker over de geboorte van een grutto en noemt op wat hij verder zag: kluut, tureluur, groenpootruiter, reigers, kuifeend, rietgans, lepelaars, waterhoen. Een ander vult aan: visdief, oeverzwaluw, boerenzwaluw en 4 puttertjes. En dan schrijft weer iemand anders: ‘Wat een cadeautje. De vogels, de natuur en het schoon om mij heen. Dankbaar.”